Waarnemen verleden tijd


onbepaalde wijs. 1 tegenwoordig (o.t.t.). 2 verleden (o.v.t.). 3 toekomend (o.t.t.t.). 4 wij zullen waarnemen. jullie zullen waarnemen. zij zullen waarnemen. Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt) ik zal waargenomen hebben. jij zult waargenomen hebben. hij zal waargenomen hebben. wij zullen waargenomen hebben. jullie zullen waargenomen hebben. 5 zal waarnemen: zult/zal waarnemen: zult/zal waarnemen: zult waarnemen: zal waarnemen: zullen waarnemen: zullen waarnemen: zullen waarnemen voorwaardelijk: zou waarnemen: zou waarnemen: zou(dt) waarnemen: zoudt waarnemen: zou waarnemen: zouden waarnemen: zouden waarnemen: zouden waarnemen bijzin.. dat ik.. dat jij, je.. dat u.. dat gij.. dat. 6 Wat is de verleden tijd van waarnemen? De verleden tijd van waarnemen is 'nam waar'. Het voltooid deelwoord is 'heeft waargenomen'. Wat betekent waarnemen? 'zien, horen, ruiken of voelen' en ' (een taak) tijdelijk vervullen in iemands plaats' Hoe spel je waarnemen? waarnemen spel je W A A R N E M E N Wat is een ander woord voor waarnemen?. 7 Werkwoord. waarnemen. overgankelijk iets via de zintuigen in zich opnemen. Het verduisteren van de maan begon rond uur en een uur later begon de totale eclips. Maar doordat een kwartiertje later de zon alweer opkwam in Nederland, kon alleen de start worden waargenomen. [3]. 8 Verleden tijd van waarnemen Ik nam waar Jij/U nam waar Hij/Zij/Het nam waar Wij namen waar Jullie namen waar Zij namen waar Voltooid deelwoord van waarnemen waargenomen Tegenwoordig deelwoord van waarnemen waarnemend Betekenis van waarnemen Synoniemen van waarnemen Werkwoorden vervoegen. 9 Verleden tijd van het werkwoord waarnemen. infinitivus - infinitief infinitive. waarnemen: imperfectum - verleden tijd past tense. ik jij, je u hij zij, ze het men. vermijden verleden tijd 10 'vernemen' vervoegen - Nederlandse werkwoorden vervoegd in alle tijden met de werkwoordenvervoeger. 11 wegen werkwoord 12