inncost.pages.dev
Tips douchen met gips
Wat is wervelkanaalstenose
Wat is zichtbaar bij rode wond
Aan hetzelfde euvel mank gaan
Vandaar bij uitbreiding aan iets mank gaan, gebrekkig zijn ten opzichte van iets, aan een euvel lijden (
1
Eén spreekwoord bevat `aan hetzelfde euvel mank gaan`. aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders).
2
Aan hetzelfde euvel mank gaan. aan hetzelfde zedelijk gebrek lijden. Wie mank gaat, is gebrekkig ter been, heeft dus een gebrek. Zoo ook: dit.
3
aan hetzelfde euvel lijden, aan hetzelfde euvel mank gaan, nog steeds dezelfde gebreken vertonen.
4
Om gajes gaan. Om geleerd te zijn moet men ter schole gaan. Naar de haaien gaan. Geen baren gaan hem te hoog. Op het huisje gaan. Er gaan meer kinderen dood dan ouderen. Met de kippen op stok gaan. Wie de klok luidt kan niet in de processie gaan. Door de knieën gaan. Naar kooi gaan. Over de kop gaan. De kreeftengang gaan. Op de lappen gaan.
5
gaan. ergatief zich in een bepaalde richting bewegen, meestal van de spreker af. Hij ging naar Amerika. Ze waren naar buiten gegaan om te plassen maar werden daar plotseling omringd door een blauwe lichtbol. [2] mogelijk zijn. Dat gaat niet. hulpwerkwoord vormt een onmiddellijke toekomende tijd. En nu ga ik slapen.
6
16 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ZELFDE`. aan het ZELFDE euvel mank gaan (=dezelfde fouten maken als iemand anders) altijd het ZELFDE deuntje zingen (=steeds weer hetzelfde herhalen) altijd op het ZELFDE aambeeld hameren/slaan (=steeds weer op hetzelfde onderwerp terugkomen) een ezel stoot zich geen tweemaal aan de ZELFDE steen (=men.
7
Aan hetzelfde euvel mank gaan; dezelfde fouten maken als iemand anders. Aan iets een mouw weten te passen; een oplossing ergens voor weten. Aan lager wal geraken/zijn;.
8
Vandaar bij uitbreiding aan iets mank gaan, gebrekkig zijn ten opzichte van iets, aan een euvel lijden (18 de eeuw), aan hetzelfde euvel mank gaan, met hetzelfde zedelijk gebrek behept zijn, syn. van in ' t zelfde gasthuis ziek liggen (Halma, ) en aan hetzelfde been mank gaan, met hetzelfde sop overgoten zijn (Joos, 77).
9
aan hetzelfde euvel mank gaan (=dezelFDe fouten maken als iemand anders) eén lijn trekken / Dezelfde lijn trekken (=dezelFDe mening hebben) van hetzelfde laken een pak (=dezelFDe soort aanpak of respons) woord houden (=doen wat iemand belooFD heeft) zijn woord gestand doen (=doen wat iemand belooFD heeft).
10
Het kan ook worden gecorrigeerd met de uitdrukkingen “aan hetzelfde euvel lijden”, “aan hetzelfde euvel mank gaan”, “dezelfde nadelen hebben” of “dezelfde gebreken vertonen”. vertaalbureaumotte taal, taalfout, taalmodel, taalprobleem Plaats een reactie mei 8, april 18, 1 Minute.
11
12